Marga Kool stopt als voorzitter Stichting Nationaal Park Weerribben-Wieden. ‘Met weemoed ga ik dit bestuurlijke werk loslaten’

Home » Marga Kool stopt als voorzitter Stichting Nationaal Park Weerribben-Wieden. ‘Met weemoed ga ik dit bestuurlijke werk loslaten’

Marga Kool stopt als voorzitter Stichting Nationaal Park Weerribben-Wieden. ‘Met weemoed ga ik dit bestuurlijke werk loslaten’

door Marianne Wegenaar voor de Steenwijker Courant, januari 2025

Marga Kool in de theaterschuur in Linde.  Foto: Wilbert Bijzitter

Bijna vier jaar was ze voorzitter van Stichting Nationaal Park Weerribben-Wieden. Afgelopen woensdag gaf ze het stokje over aan André Van de Nadort. „Met enige weemoed ga ik dit werk loslaten”, zegt Marga Kool (75), die kan bogen op een indrukwekkende carrière in de gemeentelijke en provinciale politiek, dijkgraaf was van voormalig Waterschap Reest en Wieden en nog altijd actief is als schrijver en dichter.

De beslissing om te stoppen heeft te maken met haar leeftijd: „Ik ben met al mijn bestuurlijke taken gestopt, het is tijd dat anderen het over nemen. Het werk voor Weerribben-Wieden heb ik het langst aangehouden, omdat ik het zo leuk en belangrijk vind. Zorgen voor een goed evenwicht tussen natuur, leefbaarheid en economie, dat is een belangrijke doelstelling.”

Dat ze stopt met het voorzitterschap betekent overigens niet dat ze op haar lauweren gaat rusten: ze blijft schrijven en dichten, en sinds een paar maanden is ze voorzitter van de Drentse Schrieverskring. Want schrijven én streektaal gaan haar na aan het hart. Ze spreekt net zo makkelijk Drents als Nederlands en heeft daar in haar werkzame leven veel profijt van gehad.

„Vooral toen ik gedeputeerde was in het College van GS van de Provincie Drenthe. Als mensen met problemen komen, bijvoorbeeld bij inspraakavonden of beroepsprocedures, vinden ze het fijn om de taal te spreken die het dichtst bij ze staat. Als ze zich in hun eigen dialect kunnen uitdrukken en ik praat dezelfde taal, zijn ze meer naturel, worden emoties beter zichtbaar. De afstand verdwijnt.’

Streektaal

Het mooie is dat ze ook in de Kop van Overijssel, het werkgebied van Stichting Nationaal Park Weerribben-Wieden, uitstekend uit de voeten kon met plat Drents. „Er zijn veel overeenkomsten tussen beide streektalen. Beide hebben ze een Nedersaksische oorsprong. Soms is een klank of een woord verschillend, maar je verstaat elkaar prima.”

Het blijft jammer dat nog zoveel mensen zich schamen omdat ze het liefst plat praten, vindt Kool. „Waar dat mee te maken heeft? Met een soort minderwaardigheidsgevoel denk ik. Als je jezelf minder vindt dan een ander, dan geldt dat ook voor de taal die je spreekt. Ik vind het jammer als een opa en oma niet meer in hun eigen taal met hun kleinkinderen kunnen praten. Maar of dat tij nog te keren is weet ik niet. Wat wel weer heel mooi is: ik zie in mijn omgeving regelmatig dat nieuwkomers een cursus streektaal gaan volgen. Uit interesse, om beter in te burgeren en omdat ze het belangrijk vinden om hun buurman of buurvrouw te kunnen verstaan.”

Meer begrip voor elkaars standpunten

Water is voor boerendochter Marga Kool altijd belangrijk geweest. Haar opa maakte de watersnoodramp in Zeeland mee en vertrok in 1953 naar het hoger gelegen land in Drenthe. Sinds haar elfde jaar woont ze in de buurtschap Linde in de gemeente de Wolden.

Nationaal Park Weerribben-Wieden was, toen ze vier jaar geleden voorzitter werd, voor haar geen onbekend gebied. Ze was 16 jaar dijkgraaf van het waterschap Reest en Wieden, tot aan de fusie in 2016. Toen ging Reest en Wieden samen met het waterschap Groot Salland verder als waterschap Drents Overijsselse Delta.

„Weerribben-Wieden is een prachtig, uniek gebied. De stichting kwam in de plaats van het overlegorgaan, waar ik al in zat. Door in stichtingsvorm met vertegenwoordigers van allerlei groeperingen en belangenverenigingen om tafel te zitten, bespreek je allerlei vraagstukken en problemen makkelijker en krijg je meer begrip voor elkaars standpunten. Ook kun je zo sneller ontwikkelingen op gang brengen.”

Het kenmerkende patroon van legakkers (ribben) en trekgaten (weren) in Nationaal Park Weerribben-Wieden

Bestuursleden en teamleden zetten gezamenlijk hun schouders onder de uitvoering van plannen en ideeën: „Het project Baarlingerpolder is een goed voorbeeld daarvan. Negen boeren namen daar de stap om samen te onderzoeken hoe er een goede toekomst kan zijn voor de boeren in het gebied en tegelijk kan worden gewerkt aan verduurzamen, energietransitie en meer natuur.”

Nieuwe ‘werkplaats’

De stichting maakt zich sterk voor meer spreiding van bezoekers over het hele gebied én in de tijd. ‘Meerdaags en jaarrond’ heet dat in het nieuwe jaarplan van de stichting. Daarin ook aandacht voor de natuur in het gebied rondom Weerribben-Wieden, bouwen aan een goede balans tussen natuur en economie en het versterken van de relatie met de bewoners, ondernemers en belanghebbenden. Op vrijdag 31 januari worden de plannen gepresenteerd aan bewoners en geïnteresseerden. Dat doet de stichting in haar nieuwe ‘werkplaats’ in de binnenstad van Steenwijk.

Kool: „Mijn eigen favoriete plekken in de Weerribben-Wieden? Ik vind vooral alles interessant wat met waterhuishouding te maken heeft. Plekken waar ik vroeger als dijkgraaf geweest ben, zoals het gemaal Stroink. Blijft jammer dat de pijp van het stoomgemaal verdwenen is! Ik wandel met veel plezier op landgoed de Oldenhof en ik ben graag bij het bezoekerscentrum van de Wieden in Sint Jansklooster. Je waant je daar terug in de tijd met die oude huisjes. En nog altijd weten heel veel mensen niet dat dit ook een prima plek is om het gebied per boot te verkennen. Het is zelfs een opstapplek van de EcoWaterBus.”

Een project waar ze met veel genoegen op terugkijkt is ‘Exoten uit de sloten’, waarbij diverse partijen de handen ineenslaan om invasieve waterplanten die het gebied bedreigen aan te pakken. „Enorm belangrijk dat mensen stoppen met waterplanten uit hun aquaria in open water in de buurt te gooien. Die planten vermeerderen zich in een razend tempo, wat leidt tot grote problemen.”

Frisse blik

Projecten waarbij jonge mensen met een frisse blik naar dit gebied kijken, vindt Marga Kool belangrijk. Ze is blij met de stagiairs van de Universiteit van Wageningen en Hogeschool Van Hall Larenstein, die onderzoek in de Weerribben-Wieden hebben gedaan (en nog steeds doen). „Nieuwe onderzoeksprojecten zijn bijvoorbeeld: ‘hoe maak je van Steenwijk de groenste stad van West-Europa’, en ‘hoe kun je de landschappelijke elementen rond Vollenhove het beste herstellen’.”

Er is echter geld nodig om concreet met de aanbevelingen van de studenten aan de slag te gaan. Afgelopen jaar kwam er geen subsidie van de provincie Overijssel voor de stichting, maar Kool gaat ervan uit dat dit voor komend jaar wel weer gaat lukken. „Ik kan me eigenlijk niet voorstellen dat de provincie geen geld over heeft voor het werk van deze stichting.” Wel stelt de gemeente Steenwijkerland jaarlijks 300.000 euro ter beschikking.

Ze is blij met het feit dat het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) tot 2030 50 miljoen opzij heeft gezet voor alle nationale parken in Nederland. „Mijn wens voor dit jaar is dat er een gebiedsfonds komt waar verschillende partijen geld in kunnen stoppen om initiatieven of projecten uit te kunnen betalen. Dat kan al het herstellen van een steiger of een bruggetje zijn.”

‘Ik blijf altijd schrijven en dichten’

Zelf woont Marga Kool in het Drentse Linde, tegenover de Theaterschuur die ze met veel plezier runt met haar man en dochter. Ze biedt er een podium aan muzikanten en schrijvers, en is zelf ook auteur van gedichten, verhalen en toneelwerk, zowel in het Nederlands als in het Drents. Ze kreeg onder andere de Johanna van Burenprijs, de Culturele Prijs van Drenthe en de Zilveren Anjer van het Prins Bernhardfonds voor haar literaire en culturele activiteiten.

Met regelmaat verschijnen gedichtenbundels van haar hand. Een leven zonder schrijven en dichten kan ze zich niet voorstellen: „Ik ben nu bezig met een muziekverhaal voor het Mannenkoor Ommen. Ik maak tekstliederen voor het koor, die komend jaar in het Reestkerkje in Oud Avereest worden opgevoerd.”

Nieuwe voorzitter Nationaal Park

André van de Nadort is burgemeester van Weststellingwerf, voormalig wethouder van Steenwijkerland en de nieuwe voorzitter van de stichting Weerribben-Wieden. Hij heeft een sterke liefde voor de natuur en zet zich in voor duurzaamheid en het behoud van de natuur. In zijn politieke carrière heeft hij zich altijd gericht op een balans tussen economische ontwikkeling en ecologische verantwoordelijkheid. Van de Nadort staat bekend om zijn verbindende leiderschapsstijl en zijn focus op samenwerking binnen de lokale gemeenschap.

Nieuwe voorzitter sNPWW André van de Nadort. Foto: gemeente Weststellingwerf

Altijd op de hoogte zijn van het laatste nieuws? Abonneer je op de nieuwsbrief!