‘Een doolhof van mooiigheid, zonder orde’ [longread]

Giethoorn, verbeeld door kunstschilder Willem Bastiaan Tholen

Het vele water, de bruggetjes, bomen en boerderijen van het pittoreske Giethoorn hebben in de loop der jaren tal van Nederlandse kunstschilders geïnspireerd. Hun werk hangt in diverse musea in binnen- en buitenland of bij particuliere verzamelaars. In dit artikel lichten we er één uit, namelijk Willem Bastiaan Tholen (1860-1931), waarschijnlijk de eerste en meest vermaarde schilder van Giethoorn.

Door Corina de Feijter, zelfstandig journalist.

Wie Giethoorn bezoekt, en dan het liefst op een eerste lentedag als alleen het geluid van vogels te horen is, zal zeker geraakt worden door het schilderachtige beeld en landschap. Alsof de tijd er stilstaat. Als geen ander heeft de kunstschilder, tekenaar en graficus Willem Bastiaan Tholen met zijn blik en trefzekere penseel en potlood en met veel oog voor detail dit waterrijke dorp stemmig vereeuwigd. Niet alleen de natuur, maar ook alledaagse taferelen en de bedrijvigheid heeft Tholen raak vastgelegd. Hij was een meester in het weergeven van atmosfeer. Beelden die inmiddels grotendeels verdwenen zijn, maar die geresulteerd hebben in schilderijen, schetsen en etsen die een belangrijk deel van zijn oeuvre vormen. Vooral de schilderijen en tekeningen uit zijn geliefde Giethoorn spreken tot de verbeelding en oogsten nog steeds veel waardering.

Betoverende kennismaking

Tholen is aangenaam verrast als hij op een mooie zomeravond in 1880 voor het eerst kennismaakt met Giethoorn, na een lange tocht met een stoomboot uit Zwolle en een overstap in een punter: “Eindelijk gleden wij in de avondschemering over het spiegelgladde water Giethoorn binnen, vaarden onverwacht tussen welig uitgegroeide bomen, onder rustieke bruggen door, langs woningen met grote rietdaken – in de rust en de stilte van het dorp, waar de dagtaak was geëindigd. Het was betoverend.” [1]

Zelfportret in bosrijk landschap, 1895, olieverf op doek, 64 x 89 cm, collectie Dordrechts Museum

Tholen groeit op in Kampen en leert het schildersvak onder andere tijdens een kortstondige studie aan de Rijksacademie in Amsterdam en bij de schilder Paul Gabriël in Brussel die gezien wordt als zijn leermeester. Tholen werkt op achttienjarige leeftijd als tekendocent in Kampen en Gouda als Gabriël hem aanspoort om in Giethoorn te gaan schilderen. Er breekt een tijd aan waarin dit dorp en Tholen onlosmakelijk met elkaar verbonden worden. Tussen 1880 en 1885 zien de Gieterse inwoners hem regelmatig aan het werk.

‘Ik kan me goed voorstellen dat Tholen in Kampen staat te popelen om zijn schilderspullen te pakken om weer naar Giethoorn af te reizen. In het begin bekijken de mensen hem achterdochtig, maar hij heeft de tongval van de streek. Als hij dan in het buitenland een prijs wint met een schilderij dat hun dorp verbeeldt, zijn ze erg trots’, vertelt Klaas van der Veen, lid van de afdeling historie van Museum Giethoorn ’t Olde Maat Uus. Hij heeft zich grondig verdiept in het werk en leven van Tholen.
Het museum bezit één schilderij van Tholen, Binnenpad in Giethoorn. ‘Dat is ter hoogte van de Schoolhofbrug. Het werk hangt op een prominente plek. We hebben het in langdurige bruikleen van het voormalig Stedelijk Museum Zwolle en daar zijn we erg blij mee.’

Binnenpad In Giethoorn, 1883, olieverf op doek, 41 x 53 cm, ’t Olde Maat Uus, langdurige bruikleen voormalig Stedelijk Museum Zwolle

Een groot deel van zijn leven brengt Tholen in Den Haag door. Tholen is bevriend met collega’s van de Haagse School en de Tachtigers, zoals Willem Witsen naar wie hij brieven stuurt over zijn verblijf in Giethoorn. Witsen introduceert hem op landgoed Ewijkshoeve in Baarn, waar Tholen zijn zeventien jaar oudere vrouw Coba Muller ontmoet. Ze verhuizen naar Den Haag, maar komen regelmatig naar het landgoed. Het echtpaar blijft kinderloos, maar woont geruime tijd samen met de familie Arntzenius, een gezin met zes kinderen. Na het overlijden van zijn vrouw hertrouwt Tholen met Lita de Ranitz, een zeventien jaar jongere vrouw. Tholen overlijdt in 1931 en daarna brengt zijn tweede vrouw zijn werk onder bij diverse musea.

Frisse kleuren

Tholen wordt niet tot de Haagse School gerekend, al hebben ze het schilderen van het polderlandschap gemeen. Tholen kiest niet voor het grijze en bruine palet, maar juist voor frisse en heldere kleuren. Tholen schildert zijn geliefde landschap ook graag vanaf het water. Met zijn lemsteraak Eudia zeilt hij over de Zuiderzee, de Waddenzee, de Kagerplassen en de rivieren. De sfeer op het water en in de onthaaste havenstadjes geven hem inspiratie voor nieuwe onderwerpen.

Tholen staat bekend om zijn landschappen, dorps- en stadsgezichten en vooral zijn watergezichten. Later schildert hij ook (zelf)portretten en interieurs van een fabriek, bijvoorbeeld. ‘Het lijkt alsof altijd de zon schijnt in de kleurige en vlot gepenseelde weergaven van vredige landschappen met molens, boten en bruggetjes, vaak voorzien van verrassende lichteffecten en scherpe schaduwen’, aldus kunstcriticus Bram de Klerck in een artikel in NRC (2020).

Ook zijn vaste hand van tekenen valt op. In zijn schetsboekjes staan pareltjes, zoals de veenarbeiders bij de ontginningen rondom Giethoorn. Tholen kan letterlijk alles tekenen en zijn perspectief is altijd overtuigend. ‘In Tholens werk kun je wandelen, klauteren, schaatsen en liggen in de wei met een zee van madeliefjes aan je voeten. De koeien slaan met hun staart de vliegen weg. Het ruikt naar hooi en koeienmest’[2], aldus Gerda J. van Ham in een artikel naar aanleiding van een tentoonstelling van Tholens werk in het Dordrechts Museum in 2020.

Scherp oog voor detail

Groot Giethoorn, 1896, olieverf op doek, 154 x 205 cm, collectie Dordrechts Museum

Een eigenzinnige schilder met een scherp oog voor detail, zo wordt Tholen genoemd. Zijn lichtinval, gevoel voor stemming en originele composities vormen een handelskenmerk van zijn werk. Neem bijvoorbeeld bovenstaand schilderij, voor Klaas van der Veen het mooiste werk van Tholen. ‘Ik ben blij dat ik het nog heb kunnen zien tijdens een tentoonstelling in Assen in 1994. Het Dordrechts Museum heeft het in 2007 uitgeleend aan de expositie In het Woud/Op zoek naar Betekenis van Armando en daar is het bij een brand in het oude Armandomuseum helaas verloren gegaan.’

Grijze morgen, 1880-1886, olieverf op doek, 96 x 117 cm, collectie Museum voor Schone Kunsten, Boedapest

Van der Veen is bij zijn (digitale) zoektocht naar het werk van Tholen op een ander fraai schilderij gestuit. ‘Ik kwam uit bij een museum in Boedapest. In 1886 heeft Tholen dit werk, Paysage (le matin), naar een internationale tentoonstelling van het Nationale Hongaarse Genootschap voor Schone Kunsten in Boedapest gestuurd. De Hongaarse overheid kocht het een jaar later en het is daarna geschonken aan het Museum voor Schone Kunsten.’ Saillant detail: de Hongaren hebben het werk na aankoop een andere naam gegeven: Reggeli szürkü, wat Grijze morgen betekent.

Hoogtepunt: de molens te Giethoorn

Molens te Giethoorn, ca. 1882-1884. Olieverf op doek, 94,5 x 150,5 cm, collectie Teylers Museum

Het schilderij Molens te Giethoorn vormt een hoogtepunt in het vroege oeuvre van Tholen. Teylers Museum heeft het schilderij dat Tholen schilderde in het begin van zijn carrière in 2022 aangekocht. ‘Tholen benadert hier het onderwerp op een originele manier. De afsnijding van de molen aan de linkerkant is vooruitstrevend voor die tijd. Dan de mist, de wijze waarop de natuur is geschilderd en de witte vonder op de voorgrond, de hele sfeer van dit werk geeft je het gevoel alsof je er live in aanwezig bent’, zegt Terry van Druten, hoofdconservator kunst van Teylers Museum.

Veel auteurs die dit doek beschrijven, hebben het over de ochtend. Maar aan de situering van de molens is duidelijk dat de blik naar het noordwesten is gericht. De aalscholvers vliegen in de avondschemering terug naar hun nesten.

Het museum wilde dit schilderij graag aankopen. Van Druten: ‘Tholen is een originele en grote kunstenaar uit de late negentiende eeuw. We hadden alleen een klein werk uit deze tijd en daarom vormt het een belangrijke aanwinst in onze collectie. Bezoekers vinden het prachtig. Je wordt als het ware in het schilderij getrokken.’

De ‘ontdekker’ van Giethoorn

Tholen toont zijn schilderijen in de kunstenaarskringen Arti et Amicitiae en Pulchri Studio. Het wekt de nieuwsgierigheid van de gegoede burgerij en zij reizen af naar de Kop van Overijssel om dit bijzondere landschap met hun eigen ogen te zien. Er komt een bondshotel van de ANWB in het dorp en Giethoorn wordt een etappeplaats voor rondritten met de auto en de fiets. De eerste toeristen zijn een feit. Giethoorn raakt meer en meer bekend als Hollands Venetië.
‘Giethoorn was een enclave midden in een veengebied, het was daarbuiten nog niet bekend. Je kon er alleen met de boot komen of via een modderig pad lopend vanuit Steenwijk. En dat deed Tholen. Hij heeft de schijnwerper op ons dorp gezet’, aldus Van der Veen.

‘Ene indruk verdringt de andere’

Tholen weet de aantrekkingskracht van Giethoorn niet alleen fraai te verbeelden maar ook goed onder woorden te brengen:
“Waarde Wim, Ieder keer als ik iets moois zie en dat gebeurt om een haverklap, denk ik, ik wou dat je dat ook zag. Ik kom net van buiten, de zon is al lang onder hier, bij huis is ‘t ‘s avonds zoo mooi, je moet toch vooral komen om die prachtige! landschappen te zien. Er is veel te veel moois hier! Van middag riep ik in wanhoop uit dat ik hier niet terug wil komen, ieder stap die ik deed een nieuw schilderij, het eene nog mooier dan ‘t ander en zoo’n verscheidenheid. Om een beetje van ‘t mooie thuis te kunnen brengen moest ik minstens zes lichamen hebben en een zevende om alléén mede te zien en tusschen beide mee in ‘t gras of aan een slootkant te zitten. Er is zooveel! dat ik niet weet wat te zullen maken en de zomer is al zoover heen en de tijd van buiten zijn niet groot meer. Ik zal eigenlijk blij zijn als ik hier van daan zal kunnen gaan om mijn gedachte rustig bij een paar dingen te kunnen houden. Nu worden ze van ‘t èéne mooie naar ‘t andere getrokken, de ééne indruk verdringt de andere en de eindindruk zal zijn dat het mooi! prachtig is! een verwarring een opeenstapeling, een doolhof van mooiïgheid zonder orde, zonder het èèn mooie van het andere te kunnen scheiden.” [3]

Musea

Tholens werk is opgenomen in de collectie van diverse musea, zoals Centraal Museum Utrecht, Boijmans van Beuningen, Stedelijk Museum Amsterdam, Museum Gouda en Teylers Museum.

Op de website van het Rijksbureau van Kunsthistorische Documentatie staat in de database een overzicht van vijfhonderd werken van Tholen.

Boeken

Mr. Dr. R.S. Bakels, W.B. Tholen, 150 Reproducties naar werken van zijn hand met een biografische inleiding, Den Haag 1930, Mouton & Co
Marieke Jooren, Willem Bastiaan Tholen – Een gelukkige natuur, 2019, Uitgeverij Thoth,

Met dank aan Klaas van der Veen.

Noten

[1] Citaat uit Mr. Dr. R.S. Bakels, W.B. Tholen, 150 Reproducties naar werken van zijn hand met een biografische inleiding, Den Haag 1930, Mouton & Co
[2] Citaat uit Gerda J. van Ham, Willem Bastiaan Tholen in Dordrechts museum: Holland op zijn mooist wacht op heropening, 2020
[3] Fragment uit een briefwisseling met Willem Witsen

Altijd op de hoogte zijn van het laatste nieuws? Abonneer je op de nieuwsbrief!

Cookies helpen onze diensten te verlenen. Door van onze diensten gebruik te maken stem je in met ons gebruik van cookies. Meer informatie