Twee campings, Twee werelden

Vakantieverhalen uit de Kop van Overijssel

Het is zomer. Veel gasten, uit binnen- en buitenland bezoeken ons Nationaal Park. Ze verblijven in een hotel, b&b, huisje of op de camping. Wij spreken Paula Stuart ( Natuurdomein de Landerij in Basse) en Anneke en Jan Marc Schreur (d’Hof in Giethoorn) over hun camping. En ontmoeten wat gasten.

Rust in Basse

Op Natuurdomein de Landerije is rust de norm. Meestal dan, maar daarover later meer. Bezoekers van de camping komen voor de stilte. Het zijn meestal stellen zonder kinderen. Veel 50-plussers. Mensen die weer met z’n tweetjes op pad kunnen. Opvallend veel gasten ook die in het dagelijks leven juist heel veel in de drukte zitten of werken met kinderen. Die kiezen dan bewust voor nu-even-niet. Ze gaan fietsen of wandelen en komen pas tegen het einde van de dag weer terug. Ook veel fietsers die bepakt en bezakt binnen druppelen. “Een paar uur later zie je dan een brandertje aanstaan en wordt er iets gekookt. Daar word ik dan zo gelukkig van.” aldus campingeigenaar Paula Stuart.

Paula Stuart in haar receptie op Natuurdomein De Landerije

Paula runt camping Natuurdomein de Landerije sinds 2004, samen met Rein Punter uit Kalenberg. Naast campinghouder, is hij ook rietdekker. Paula komt oorspronkelijk uit Haarlem. Na heel wat jaren Paasloo zijn ze de camping als grap gestart. “Dat mensen hier ervaren dat het nog stil kan zijn, mag zijn. Dat is zo bijzonder. Niet iedereen kan tegen de stilte. Het winterlandschap is hard. De blubber op de weg, geen straatverlichting, geen winkels in de buurt. In de winter is het extra stil. Daar moet je tegenkunnen. Maar onze gasten vinden het in de zomer heerlijk.”

Vaste gasten Henny en Jan

Henny en Jan komen nu al 6 jaar naar de Landerije. Ze komen uit Utrecht en staan in het seizoen 3 maanden op de camping. “Je geniet hier zo van de rust. Je merkt gewoon, dat als je weer thuis bent, in de stad, dat je er echt weer even in moet komen. Moet wennen aan de drukte” Tussendoor loopt de kleindochter even binnen om boter te lenen. Zij staat met haar moeder en de hond aan de andere kant van het veld. “We zijn onlangs nog naar een muziekavond in Park Rams Woerthe geweest. Dat was een ontdekking. Zo mooi. We lazen erover in het Beleefmagazine. Zelfs als je hier al langer komt, dan ontdek je steeds weer nieuwe dingen. Ook dankzij het magazine. Het stikt ook van de hele mooie fietsroutes. De fietspaden zijn zo goed onderhouden hier. Ik kan met mijn scootmobiel overal heen. Geen obstakels. Ook met de hond is het heerlijk wandelen. Er zijn zoveel paden. Gewoon een lekker gebied. Weidsheid en uitzicht. Volgens mij kennen de meeste mensen dat niet.”

Henny geniet van het uitzicht en Jan pakt binnen de boodschappen uit

Campingeigenaar Paula beaamt dat: “Dit gebied is een schoonheid. Je kunt fietsen, vissen, varen, wandelen. Zeker met de elektrische fiets is het allemaal bereikbaar. Je zit zo op de Woldberg. Of gaat via Kuinre even naar Lemmer. Of naar de Koloniën van Weldadigheid. Een drielandenpunt zeg ik altijd. En natuurlijk gaan mensen ook een dagje naar Giethoorn.”

Op naar Giethoorn

In datzelfde Giethoorn runnen Anneke en Jan Marc Schreur camping d’Hof. Gezellig gelegen in het hart van het dorp. Met aan de achterkant van het terrein de tentplekken aan de Bovenwijde. D’Hof bestaat al 56 jaar en is een echte familiecamping. Vaste plaatsen met chalets, toerplekken, tentvelden, 3 trekkershutten, 2 campingpods, een surfschool, kanoverhuur, fietsen en bootjes. Gestart door de ouders van Jan Marc en inmiddels zijn ook de kinderen ingestapt. Begonnen als kleine camping met wat plekken in de boomgaard, tot wat het nu is.

Anneke en Jan Marc zijn natuurlijk ook Gastheer van het Nationaal Park

Interesse in het gebied

“Het grote verschil tussen nu en toen is groter en luxer” vertelt Anneke. “Zeker als je kijkt naar de stacaravans en chalets. Maar wij doen dat niet tot in het gekke. Wij koesteren ook nog steeds de mensen met de tentjes. Dat vinden wij gewoon een hele leuke doelgroep. Dat zijn allemaal mensen die actief zijn, geïnteresseerd zijn in het gebied, dingen gaan doen.” En dan meldt zich een jong gezin op fietsvakantie dat voor vannacht één van de trekkershutten heeft geboekt. Er is een heel netwerk van trekkershutten door de hele Benelux. Uit onderzoek blijkt dat veel jonge academici de doelgroep zijn. Die vinden het prima om ergens basic te verblijven. En zijn geïnteresseerd in de verhalen van een gebied en willen actief bezig zijn.

Water en ruimte vanaf het tentenveld bij d Hof

Een bijzondere groep gasten van d’Hof zijn de kanovaarders die een meerdaagse doen. “Elke woensdag en donderdag komen er groepjes kanoërs aan die een meerdaagse tocht Nationaal Park Weerribben-Wieden doen. Ze beginnen bij de Kluft (in Ossenzijl) en gaan via Muggenbeet en Belt-Schutsloot richting Giethoorn. Hier kunnen ze even tot rust komen en het dorp bekijken. Het museum bezoeken, even lekker eten op een terrasje. Ook die gasten vinden het leuk om op een vrije dag een fiets te huren en het gebied in te trekken.”

Zo ook Yara en Mathias uit Antwerpen. Zij kwamen vandaag aan op d’Hof. “Een uitdaging hè. De eerste keer dat ik in een kano zit, meerdere dagen achtereen. Het avontuur ook. Je neemt alles zelf mee. Spullen die droog moeten blijven gaan in een ton. Het eerste stuk was zo mooi. We hebben zelfs een otter gezien. (Andere kanoërs uit dezelfde groep zagen ook een ree overzwemmen). En heel veel libellen. De dagen wisselen qua afstand. De ene dag wat langer, de ander wat korter. Nu even de tent opzetten en dan lekker wat eten.”

Yara en Mathias uit Antwerpen moeten alleen nog even de tent opzetten

Suppen en surfschool

Jan Marc is dus al jaren campingeigenaar, maar was ooit in het windsurfen wereldtop. In het sportgala van Steenwijkerland werd hij uitgeroepen tot ambassadeur. “Dat is wel heel lang geleden. Maar, ik surf nog steeds. Mijn dochter begint het ook een beetje op te pikken. Tegenwoordig is het ook suppen. Alle kanoroutes zijn ook prima te varen met een sup. Alleen eerst even wat lessen nemen. Oorspronkelijk komt het suppen uit Hawaï. Ook met een wat groter board kun je de golven bevaren. Er is inmiddels ook een Elfstedentocht die je kan suppen. Misschien moeten we eens, in het najaar, een Weerribben-Wieden toertocht gaan organiseren. Met een wedstrijdelement en recreatieve route.”

Terug naar Basse

Op Natuurdomein de Landerije is rust dus de norm. Behalve komend weekend. Want het festivalterrein van Dicky Woodstock ligt om de hoek. Dus stroomt de camping vol met festivalgangers. “Ook heel leuk en gezellig. Iedereen kan met iedereen. Maar ik waarschuw de echte rustzoekers dan wel even.” vertelt Paula.

“Er zijn op het platteland heel veel dorpsfeesten. Ook hier in Basse. Grasbaanraces, het JAWA-weekend (motoren, motorfietsen en velorex), het Bassefeest, blubbertreffen. Daar zijn de kernen heel sterk in. Zet soms wel de verhouding met de natuur onder druk. Elk jaar staat hier een groep boswachters. Die komen voor de natuur. De reeën in de ochtend, bijzondere vogels, egels, ringslangen, we hadden zelfs een boommarter hier op de camping. Dan staat de boswachter aan de rand van de camping de natuur te filmen en dan hoor je van de andere kant Waylon zingen bij Tolhekke. Veel te hard. De natuur zit niet verlegen om lawaai. Daar zit geen enkel dier of grassprietje op te wachten. Ik denk dat dat soort festivals beter in de stad kunnen plaatsvinden. Het park van Rams Woerthe is ook prachtig.”

En weer naar Giethoorn

‘Drukte’ kennen ze in Giethoorn natuurlijk ook. Anneke: “Dat het soms een beetje druk is in Giethoorn, dat is waar. We zijn dan ook een echte toeristische trekpleister. Maar, het is heel vaak ook helemaal niet heel druk. In het voor- en najaar is er volop rust. Mensen die hier op de camping staan ervaren die rust ook. Die hebben geen idee of het druk is in het dorp, of niet. Ze boeken vaak zelfs nog wat nachten extra erbij. En het is ook gewoon heel gezellig dat je hier het dorp inloopt en ergens lekker even wat kunt gaan eten. Er zijn heel veel familiebedrijven in Giethoorn, die ook investeren in de voorzieningen. Een beetje reuring is dan ook wel nodig om al die bedrijven te kunnen laten bestaan.”

Camping d’Hof in Giethoorn

Raar seizoen

Paula in Basse vertelt tenslotte dat het een gek seizoen is: “Het is gek rustig. Het is hartstikke stil soms en dan weer niet. Een raar jaar. De afgelopen twee jaar was het natuurlijk heel druk met allemaal Nederlandse gasten. Soms vreselijk druk. Je kon de laatste vierkante centimeter nog verkopen. Maar die gasten kunnen nu ook weer naar het buitenland. En nog niet alle buitenlandse gasten zijn terug.” Dat herkent ook Anneke in Giethoorn. We staan op het trekkersveld aan de rand van het meer en daar is het gezellig, maar zeker niet vol. “De eerste zomer was knetterdruk. Iedereen had wel begrip voor wat kon en wat niet kon. Mensen werden wel creatief. Het was vorig jaar wel hectisch. Toen hebben we wel eens gezegd: het mag nu wel iets minder. Het is nu een beetje terug naar normaal. Maar ietsje voller mag best.”

Twee campings, twee werelden. En toch zie je dat veel mensen komen voor hetzelfde. Rust, natuur en schoonheid. In Basse en Giethoorn.

Altijd op de hoogte zijn van het laatste nieuws? Abonneer je op de nieuwsbrief!

Cookies helpen onze diensten te verlenen. Door van onze diensten gebruik te maken stem je in met ons gebruik van cookies. Meer informatie